Ziekteverzuim in vierde kwartaal opnieuw hoger
Geplaatst op 10 maart 2023
Een verzuimpercentage van 5,6 betekent dat 56 van elke duizend te werken dagen zijn verzuimd wegens ziekte. Omdat het ziekteverzuim een seizoenpatroon vertoont - het verzuim is in het eerste en in het vierde kwartaal doorgaans hoger dan in het voorjaar en de zomer -, worden de cijfers vergeleken met dezelfde periode in voorgaande jaren.
In meeste bedrijfstakken meer verzuim
In de meeste bedrijfstakken lag het verzuim in het vierde kwartaal van 2022 hoger dan een jaar eerder. Net als in voorgaande kwartalen was het verzuim het hoogst in de bedrijfstak gezondheids- en welzijnszorg (8,0 procent).
Bij het openbaar bestuur was het verschil met een jaar eerder het grootst: 5,7 procent in 2021 en 6,4 procent in 2022. Daarmee lag het verzuim in deze bedrijfstak voor het eerst in 19 jaar hoger dan 6 procent. Ook in het water- en afvalbeheer nam het verzuim sterk toe, van 6,5 procent naar 7,1 procent. Niet eerder was het verzuim in een vierde kwartaal in deze bedrijfstak zo hoog.
Het verzuim was het laagst in de landbouw en visserij. In deze branche lag het verzuimpercentage eind 2021 op 3,8 en eind 2022 op 3,3.
Meeste verzuim opnieuw in de zorg
Met een ziekteverzuim van 8,0 procent naderde het verzuimcijfer in de gezondheids- en welzijnszorg de hoogste waarde die in een vierde kwartaal werd gemeten, namelijk 8,1 procent in 2000. Binnen de zorg lag het verzuimpercentage in de branche verpleging, verzorging en thuiszorg met 9,3 hoger dan het gemiddelde. Ook in de gehandicaptenzorg en de kinderopvang lag het verzuim hoger dan gemiddeld.
Bij de huisartsen en gezondheidscentra was het verschil met eind 2021 het grootst. Eind 2022 verzuimde 7,9 procent van de werknemers in deze branche. Een jaar eerder was dat 6,3 procent. Alleen de branche jeugdzorg had een lager verzuimpercentage dan een jaar eerder.
De cijfers over de branches binnen de bedrijfstak gezondheids- en welzijnszorg komen uit het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn.
Meer nieuws