Alstroemeria zonder chemie
Geplaatst op 09 december 2022
De bij de start opgestelde strategie was gericht op het beheersen van trips en luis en moest gaandeweg op basis van monitoren worden aangepast. Anders dan bij de Chrysant, hadden Orius laevigatus en Transeius montdorensis zich na twee maanden bijvoeren met Artemia niet gevestigd in het Alstroemeria gewas. De aangepaste, succesvolle strategie voor tripsbestrijding bestond uit een combinatie van 1- pad hygiëne, 2- frequent scouten, 3- de inzet van de bodemroofmijt Stratiolaelaps scimitus (voorheen Hypoaspis miles) die poppen van trips bestrijdt in de bodem en 4- de bladroofmijt Neoseiulus cucumeris (0,3 zakje per m² per week en een verdubbeling van de dosering naar 0,6 zakjes per m² bij toename op de vangplaat).
De luisbestrijding (Boterbloemluis onder in het gewas en aardappeltopluis boven in het gewas) heeft voornamelijk plaatsgevonden door een goede vestiging van de galmug A. aphidimyza. Een bladluisexplosie is zelfs opgeruimd door eenmalig een overkill aan galmuggen uit te zetten van 7/m². Daar waar luisparasitering door sluipwespen gezien wordt, is het vooral door A. ervi. Deze strategie is ook succesvol gebleken in de afdelingen waar het onderzoek “Alstroemeria en haar lichtcriteria” plaatsvond. Aanvullend op de beschreven bestrijdingsstrategie waren deze afdelingen voorzien van insectengaas in de luchtramen. De trips druk was hier heel laag gedurende de gehele looptijd van het onderzoek (21 maanden). Uit de proef blijkt ook dat de beheersing van andere plagen zoals cicaden en slakken voor knelpunten zouden kunnen zorgen.