Tulpenvirus blijkt veel taaier dan gedacht
Geplaatst op 02 maart 2020
In het onderzoek bestuderen wetenschappers twee groepen virussen: Potexvirussen (waaronder Tulpenvirus X, Plantago asiatica mosaic virus en Hostavirus X) en Potyvirussen (zoals het tulpenmozaďek virus). Voor al deze virussen kijken onderzoekers naar onder meer mogelijke bronnen, beheersing, aantoonbaarheid en mogelijke alternatieve beheersmaatregelen. De potexvirussen hebben onderlinge overeenkomsten, maar kunnen wel verschillen, bijvoorbeeld wat betreft de planten die ze kunnen infecteren, de zogenoemde waardplanten.
Acht maanden
Neem TVX. Dat kan overleven in veel meer soorten onkruid dan voorheen gedacht. Het aantal waardplanten is dus hoog. En uit onderzoek met toetsplanten blijkt dat het virus drie maanden kan overleven in verschillende bodemsoorten (grond, klei of zavel). Met toetsplanten wordt aangetoond dat het virus uit de grond nog in staat is om planten te infecteren. Uit een PCR-test, een gevoelige analyse die dna detecteert en vermenigvuldigd, bleek dat het virus tot wel acht maanden in de grond aanwezig is. Op dit moment telen onderzoekers tulpen en andere planten op de besmette grond, om te onderzoeken of deze via de besmette grond ziek worden.
Binnen dit project kijken onderzoekers ook naar de aantoonbaarheid van het virus in verschillende delen van de plant. Dit is belangrijk voor een optimale bemonstering. Daarnaast doen ze onderzoek naar mogelijke alternatieven voor de chemische selectie van bloembollen En naar alternatieven om virusoverdracht door bladluizen te beperken bij zowel lelie als tulp.
De PPS 'Op weg naar virusvrij en afzetgericht telen' wordt gefinancierd door de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en de private partijen iBulb/Anthos, KAVB, BKD, Hobaho, CNB en Select Plant Hosta.
Bron: Wageningen U&R